Noedels met paksoi, radijsjes, lente-ui, cashewnoten en limoensambal

Recept stappen

1. Vul een ruime pan met heet water en zout voor de noedels. Breng aan de kook en voeg de noedels toe. Kook gaar in ca. 18 minuten gaar. Giet en spoel goed koud af.
2. Snij de venkel in dunne reepjes. Verwarm olie in een grote koekenpan en bak de venkel op hoog vuur tot ze zacht wordt. Schep af en toe om, ze mag bruine randjes krijgen!
3. Schil intussen de peen, halveer in de lengte en snij in dunne plakjes. Snij de bleekselderij in plakjes. Snij het witte en lichtgroene deel van de lente-ui in stukken van 3 cm. Snij het donkergroene van de lente-ui in ringetjes. Snij de steel van de paksoi in plakjes en het blad in repen. Hak de knoflook fijn.
4. Verwarm olie in een wok. Bak de peen, bleekselderij en stukken lente-ui tot ze beetgaar zijn. Voeg dan de paksoi-steel toe, samen met de knoflook. Bak even mee en voeg de sojasaus toe. Zet het vuur zacht.
5. Snij de radijs in flinterdunne plakjes en zet in een bakje op tafel met wat zout en witte wijn- of rijstazijn.
6. Roer als de venkel bruin en zacht is de limoensambal erdoor en breng op smaak met zout en peper. Schep goed om en doe in een schaaltje – dek af zodat het warm blijft. Bak de cashewnoten in de pan tot ze een beetje warm zijn en roer de ketjap erdoor. Zet het vuur uit.
7. Voeg vlak voor het aan tafel gaan het groen van de paksoi bij de groenten in de wok. Schep als het blad geslonken is de noedels erdoor.
8. Serveer de noedels met de venkel, cashewnoten en radijs.
9. Eten er kinderen mee of mensen die niet van pittig houden? Laat de sambal hier dan achterwege en zet op tafel voor de liefhebber. Voeg dan een extra lepeltje sojasaus bij de groenten.