Gerookte makreel met Indonesische boemboe, rijst, geroerbakte paksoi en zoetzure komkommer

Recept stappen

1. Let op je hebt 2 x komkommer en radijs nodig deze week.
2. 1. Verwarm de oven voor op 180 graden. Hak de sjalot en de helft (!) van de knoflook grof. Verwijder het kontje en het buitenste wat houterige deel van de citroengrasstengel en snij in dunne plakjes. Snij de laos in plakjes. Doe alles in het bakje van de staafmixer en voeg de helft van de suiker, de helft van de azijn, sambal en ketjap toe. Maal zo fijn mogelijk. Fruit deze boemboe zachtjes in een soeppannetje in wat olie gedurende ca. 10 minuten. Voeg ook de limoenblaadjes toe. Voeg als het te droog wordt evt een el water toe.
3. 2. Zet 50 gram rijst in 100 ml gezouten water per persoon op. Breng aan de kook en laat heel (!) zachtjes in ca. 10-12 minuten droog koken.
4. 3. Scheur een groot stuk aluminiumfolie af en leg de makreelfilets naast elkaar. Besmeer elke makreel met een dikke laag boemboe en zorg dat op elke visje een limoenblad ligt. Vouw het pakket goed dicht en leg in een ovenschaal. Schuif gedurende ca. 20 minuten in de oven.
5. 4. Snij de rode peper fijn. Doe de andere helft van de azijn en de suiker voor de dressing in een klein steelpannetje en verwarm heel even totdat de suiker is opgelost. Draai het vuur uit. Snij de komkommer in de lengte doormidden, verwijder de zaadlijst en snij in halve maantjes. Snij de radijsjes in 6 of 8-en. Meng met de warme dressing en de rode peper en zet weg tot gebruik.
6. 5. Snij de stengels van de paksoi in stukken en het blad in repen. Hak de andere helft van de knoflook fijn. Verhit olie in een wok en voeg de stukjes stengel toe. Roerbak even, voeg de knoflook toe, schud om en voeg het paksoi-blad toe. Laat eventjes slinken en blus af met een klein scheutje ketjap. Serveer met de rijst, de komkommersalade en de makreel.