Gerookte makreel, bietjes en lof in dillesaus met Beemster Valery en wortelpeterselie uit de oven
Vis
- Totale tijd minuten
Ingrediënten
In de box
- 800 gram rode bieten
- 800 gram aardappelen Beemster Valery
- 350 gram wortelpeterselie
- 1.5 bakje yoghurt
- 2 stuks lente-ui
- 1 bosje dille
- 1 stuks witlof
- 1 stuks roodlof
- 300 gram gerookte horsmakreel
- 0.5 bosje rucola
In Huis
- olie om te bakken
- 1 el Dijon mosterd
- 4 el mayonaise
Recept stappen
- Verwarm de oven voor op 220 graden.
- Schil de bieten en snij in echt kleine blokjes van max. 1 cm. Verhit een scheutje olie in een afdekbare hapjespan of wok en bak de blokjes even aan. Dek af en laat zachtjes gaar smoren in 20-25 minuten. Roer af en toe en zorg dat het niet aanbakt.
- Schil de aardappelen en snij in blokjes van ca. 2 cm. Schil de wortelpeterselie, halveer in de lengte en snij in halve maantjes. Meng met olie, peper en zout en verdeel over een met bakpapier beklede bakplaat. Rooster ca. 20-25 minuten in de oven.
- Maak het sausje. Meng de yoghurt met de fijne (Dijon) mosterd. Snipper ca. 3 cm (bij 2p) van het wit van de lente-uit heel fijn en voeg bij de yoghurt. Snij het groen in dunne ringetjes en hou apart voor garnering. Hak de dille fijn en meng door de yoghurt. Breng op smaak met peper en zout.
- Doe een ruime eetlepel p.p. van de yoghurtsaus in een kommetje en leng aan met ca. 1 el mayonaise p,p. voor bij de aardappeltjes.
- Snij de rood- en witlof in ringen. Gebruik een vork om de makreel in stukjes te trekken.
- Check of de bietjes beetgaar zijn. Laat eventueel vocht nog verdampen. Doe ze in een schaal en laat een beetje afkoelen.
- Meng de bietjes met de saus. Schep de lof, makreel en rucola er voorzichtig doorheen. Garneer met lekker veel lente-ui ringetjes. Serveer de gebakken aardappels en wortelpeterselie erbij met de yoghurt-mayonaisesaus.