Fusilli met knolselderij, spitskool, roodlof en Sikkepit geitenkaas
Snel klaar
- Totale tijd minuten
Ingrediënten
In de box
- 400 gram knolselderij
- 2 stuks sjalot
- 500 gram spitskool
- 300 gram fusilli volkoren
- 1 stuks citroenrasp
- 120 gram Sikkepit geitenkaas
- 2 stuks roodlof
- kneepje citroensap
In Huis
- 1 teentje knoflook
- olie om te bakken
- 1 el gedroogde tijm
- 20 gram boter
- 2 el bloem
- 300 ml melk
Recept stappen
- Zet een ruime pan water met zout op voor de pasta.
- Snipper de sjalot. Verwarm olie in een wok of hapjespan (straks moeten de groenten er allemaal inpassen) en fruit de sjalot. Voeg wat zout toe.
- Schil de knolselderij en snij in kleine blokjes van max 1 cm. Hak de knoflook fijn. Bak de knolselderij en knoflook al omscheppend mee met de sjalot en voeg de tijm toe. Snij intussen de spitskool in repen. Voeg toe en roerbak enkele minuten mee. Dek af en laat zachtjes verder smoren, eventueel met een klein scheutje water.
- Kook de pasta in 9-11 minuten gaar (zie tip). Giet af en bewaar wat kookvocht!
- Maak de bechamelsaus. Eerst de roux: smelt de boter (laat niet bruin kleuren!) in een soeppannetje. Roer de bloem er goed doorheen met een pollepel en laat een paar minuten garen op halfhoog vuur. Blijf roeren zodat de roux niet aanbrandt. Voeg de melk beetje bij beetje toe en blijf goed roeren totdat je een mooie gladde bechamelsaus hebt. Breng op smaak met peper en zout.
- Voeg de saus bij de groenten als ze beetgaar zijn. Voeg eventueel een lepeltje pastakookvocht toe als de saus te dik is.
- Rasp de citroen en de kaas.
- Verwijder het kontje en hart van de roodlof en snij in ringen. Roer op het laatst door de pastasaus. Als je de saus nog steeds te dik vindt kun je deze aanlengen met nog wat kookvocht van de pasta, of wat extra melk. Breng op smaak met wat zout, peper en een kneepje citroensap.
- Serveer de pasta met de saus en bestrooi met de kaas en het citroenrasp.
- Je hebt extra pasta gekregen voor grote eters.