Cassoulet van venkelworstje, boterbonen en bleekselderij met gestoofde groene kool

Recept stappen

1. Bak de worsten in wat olie in een afdekbare koeken- of braadpan rondom mooi bruin op middelhoog vuur. Ze hoeven nog niet gaar.
2. Snij de helft van de banaansjalot in halve ringen en snipper de rest. Snij de bleekselderij in stukjes en hak de knoflook fijn.
3. Haal de worsten uit de pan en leg apart, ze gaan later verder garen. Zet het vuur laag, voeg de halve sjalotringen(!), de bleekselderij, de helft(!) van de knoflook, het venkelzaad, chilivlokken en laurier toe. Fruit zachtjes ca. 10 minuten.
4. Smelt de boter in een andere afsluitbare wok of koekenpan. Fruit de gesnipperde sjalot en de rest van de knoflook. Snij intussen de groene kool in repen, grover of fijner naar smaak. Voeg bij de sjalot en roerbak even mee. Voeg als de kool glanst een klein scheutje water toe en kruimel een halve (bij 4p) of een kwart (bij 2p) groentebouillonblokje erbij. Dek af en laat ca. 5-8 minuten zachtjes garen.
5. Voeg de laurier, tomaten en het kippenbouillonblokje bij het bleekselderij- -sjalotmengsel. Leg de worsten er bovenop en laat afgedekt nog ca. 8 minuten sudderen tot de worsten gaar zijn. Laat na de 8 minuten de bonen uitlekken en roer ze er voorzichtig bij, warm even mee.
6. Laat de groene kool, als deze te nat blijft, zonder deksel nog even verder sudderen en breng op smaak met peper en zout. Serveer bij de cassoulet.  
7. In het bakje specerijen zit voor 4p: 1 el venkelzaad, ½ tl chilivlokjes en 2 laurierblaadjes. In de 2p krat zit de helft.